East India Youth(UK)

Wanneer William Doyle voor de eerste keer live optrad als East India Youth – in november 2012 in een kelderzaal met slechts een dozijn aanwezigen – was het opmerkelijk dat hij het hele 25 minuten lange optreden zonder problemen doorstond. Hij gebruikte een versleten Macbook met een slecht werkende USB-poort, een antieke mixer en een Casio MT45 die hij voor 15£ op eBay had gekocht; en dit alles stond op een plastic tafeltje waarvan de tafelpoten deden denken aan de knieën van Bambi op ijs. Tijdens zijn tweede optreden (in een andere kelder, maar deze keer met 40 mensen) kwam hij met een slimme manier om het materiaal op zijn plek te houden: hij beveiligde alles met kartonnen appelsap (die hij geleend had aan de bar) en een grote hoeveelheid plakband. Gedurende de volgende twee jaar bereikte hij alles vrijwel zonder inspanning en welverdiend. Hij bracht zijn “Hostel” EP uit via de Quietus Phonographic Corporation in maart 2013 en erna zijn alom geprezen debut album “Total Strife Forever” bij Stolen Recordings in januari 2014, die genomineerd werd voor de Mercury Prize (de MIA’s van Groot-Brittannië). Hij ging op tour met Factory Floor, deed support bij These New Puritans en werd in de zomer van 2014 een grote festival act. En ook al upgrade hij zijn materiaal en investeerde hij in een stevigere tafel (zodat hij de kartonnen appelsap en plakband niet meer op zijn rider moest zetten), zijn live set-up bleef onveranderd: één muzikant achter een tafel vol elektronische gadgets en soms een basgitaar. In november 2014, ongeveer twee jaar na zijn zijn eerste optreden, speelde hij zijn grootste headline show ooit: een uitverkochte avond in Heaven, een legendarische Londense nachtclub. Nadat hij het volledige “Total Strife Forever” had gespeeld was het tijd voor een primeur. Hij stapte weg van zijn tafel, in de spotlights en zong ‘Carousel’ – de hartenbrekende elektronische ballad dat het centrum vormt van zijn tweede album “Culture Of Volume”. In essentie: hij stapte die avond het podium op als een elektronische muzikant en hij verliet het als een ware popster. Het was tijd voor East India Youth om uit de schaduwen te treden en in het licht; het was tijd om de achtergrond te verlaten en zijn plaats op het centrum van het podium te claimen. De 24-jarige muzikant legt uit: “It was performing live that made me realise that I wanted to be more of a front person. It was quite a big gesture, because I'd been stood behind the table for two years - striking quite an electronic musician stance. This new persona requires me to be a bit more flamboyant and a bit more energetic. I was definitely letting people know that night that this was the first bit of the next step for East India Youth and this was how it was going to be from then on. 'Big "pop stars" get to sing over backing tracks' I thought, 'so why can't I do it as well?!’" Zijn laatste album – “Culture Of Volume” – is genaamd naar een fragment uit het gedicht ‘Monument’, geschreven door Rick Holland (een vaste medewerker van Brian Eno). Het is een duizelingwekkende prestatie; vooral aangezien hij het bijna volledig op zijn eentje heeft opgenomen in zijn slaapkamer, thuis in Londen. Doyle legt uit: “I always wanted to make quite sophisticated music using very unsophisticated means.” (Hierbij moet wel gezegd worden dat hij een beetje hulp heeft gekreven van zijn vrienden: Hannah Peel speelde enkele strijkstukken in en Graham Sutton – de legendarische producer van onder andere British Sea Power en These New Puritans – zorgde voor het mixen van het album.) De complexe sound van het album valt niet onder één noemer te beschrijven. Het klinkt een beetje als Pet Shop Boys-achtige pop naast industrial techno, naast Scott Walker’s sci-fi ballads, naast een ambient ontdekkingstocht en krautrock-achtige synthesizer klaagliederen. East India Youth speelt op 7 juni in DOK.

Videos