Kids With Buns(BE)
Het is intussen al vier jaar geleden sinds Marie Van Uytvanck en Amber Piddington voor het eerst samen op een podium stonden, tijdens de voorrondes van Sound Track in 2019. Wat aanvankelijk een noodoplossing was (de gitarist met wie Marie aan de wedstrijd zou deelnemen, had ziek afgebeld) viel zo goed mee dat de twee besloten voortaan een band te vormen: Kids With Buns, naar het Gorillaz-nummer Kids with Guns. Wat ze samen maakten – weemoedige bedroompopliedjes over wat op hun hart ligt – sloeg aan. Eerste singles '1712' en 'Bad Grades' vielen in de smaak, in augustus 2020 schopten ze het tot de halve finale van Humo’s Rock Rally en in januari 2021 wonnen ze De Nieuwe Lichting van Studio Brussel. Vanaf dan ging het snel: Bad Grades klom tot de eerste plaats in De Afrekening van Studio Brussel en verzamelde meer dan 2,5 miljoen streams op Spotify. Ze traden op op Lokerse Feesten, speelden in de Lotto Arena en presenteerden in april 2022 hun debuut-ep Waiting Room in twee uitverkochte AB clubs.
Vervolgens omringden Amber en Marie zich voor het eerst met een live band, met bassist en toetsenist Stijn Konings (LANI) en drummer Dajo Vlaeminckx (RHEA). Ze deden podiumervaring op en het buitenland kwam in het vizier: ze gingen op tournee door Nederland met Balthazar en Eefje de Visser en speelden nadien een quasi uitverkochte headline tour in Nederland. Ze speelden op het toonaangevende showcasefestival Eurosonic Noorderslag (NL) en Down the Rabbit Hole (NL). Deze zomer volgden onder meer Pukkelpop en het Duitse Reeperbahn Festival.
Hun grootste mijlpaal tot nog toe wordt hun debuutplaat Out of Place (13 oktober 2023). Daarop werkten ze hun sound verder uit, geïnspireerd door artiesten als Nick Drake, van wie Marie erg fan is, Ben Howard, die de gitaarstijl van Amber beïnvloed heeft, en vooral: Girl in Red, die ook openhartige gitaarliedjes schrijft en net als hen bijna alles zelf doet. Ze slaagden er echter in om dicht bij zichzelf te blijven en gewoon te doen wat Kids With Buns, Kids With Buns maakt: intieme indierock gedreven door de melodieuze gitaren van Amber en de unieke diepe stem van Marie, resulterend in sad bangers om op te dansen tijdens een mental breakdown in de badkamer. ‘We hebben even moeten zoeken, maar ik denk dat we onze sound nu wel ongeveer gevonden hebben’, klinkt het.
Out of Place is harder dan wat we tot nu toe van Kids With Buns hoorden, meer indierock dan de zachte bedroompop van weleer, in de traditie van sad girls als Phoebe Bridgers en haar Boygenius. Intro zet de toon met warme, fuzzy gitaren die zo uit een nummer van Slowdive zouden kunnen komen, en ook verder op het album neemt de gitaar de bovenhand. ‘Sinds we een band hebben, hebben we de vrijheid om te kunnen losgaan op het podium’, zegt Amber. ‘En ook op de plaat wilden we meer rocken.’ Dat hoor je onder meer in 'The Balance' en 'Nothing New', waarin de voor Kids With Buns typische riffs wordt ingeruild voor hardere gitaarklanken.
De preproductie van de plaat deden Amber en Marie grotendeels zelf. Ze sloten zich tijdens een lange zomer op in een zelfgemaakt studiootje bij Marie thuis, waar Amber zichzelf leerde producen, waar ze van ’s morgens tot ’s avonds discussieerden over lyrics, nadachten over hoe ze hun verhaal zouden vertalen naar songs en het artwork uitwerkten – op de albumhoes staat een licht gehavende tweekoppige knuffelbeer die ze met de hulp van een enthousiaste oma hebben gemaakt. Veel hoef je je bij die studio niet voor te stellen, vertelt Amber. ‘Er was een computer, enkele goedkope microfoons, een hoop gitaren die we de afgelopen jaren verzameld hebben en héél veel opwarmmaaltijden van de Albert Heijn.’ Maar het was genoeg. Voor de opnames zelf doken ze in de Johnny Green Giant-studio in Gent samen met Stijn Konings, Dajo Vlaeminckx en producer Mathias Stal, die ook hun eerste nummers Bad Grades en 1712 producete.
Out of Place is een openhartige coming-of-ageplaat geworden over teenage angst en de struggles die gepaard gaan met volwassen worden in een nog steeds vaak homofobe wereld. Al hoef je niet queer te zijn om je in het album te herkennen. Zo gaat 'Daughter' over zo hard proberen te voldoen aan wat je ouders en vrienden van je verwachten dat je je eigen geluk verwaarloost. Het refrein is een antwoord op die verwachtingen: ‘You’ve got to learn to let me loose, I’m not the person that you think to tick all the boxes.’ Bathroom Floor, de eerste single van de plaat, gaat over jezelf vergelijken met vrienden die wél al een huis kochten en een ‘serieuze job’ hebben, en niet te durven toegeven dat jij jouw ‘shit niet together’ hebt. 'Clutter' gaat dan weer over jezelf isoleren omdat je overprikkeld bent, met als resultaat dat je zo eenzaam en futloos wordt dat je zelfs geen energie meer hebt voor de simpelste dagdagelijkse dingen. ‘The glass that I broke four weeks ago, it’s still on the floor, it’s part of the room now’, zingt Marie.
Ook vriendschap, liefdesverdriet en – vaak voor het eerst – verliefd worden zijn belangrijke thema’s op de plaat. 'Stubborn Mind' gaat over een ruzie met een significant other waarbij je te eigenwijs bent om toe te geven dat je fout zit. ‘Je wordt gesaboteerd door je eigen koppigheid. Als je niet naar de ander luistert, riskeer je die kwijt te raken. Maar in the heat of the moment vergeten we dat wel eens.’ 'Pale Face' reflecteert over een vriendschapsbreak-up en hoe die vaak pijnlijker kan zijn dan het einde van een relatie. 'How Bad Could It Be' is dan weer een dialoog tussen twee beste vriendinnen die verliefd worden op elkaar, maar dat niet durven uitspreken. Want wat als het niet wederzijds is? En vooral: wat gaan mensen denken? Het daaropvolgende nummer, 'Colder', zet de dialoog verder en vormt zo de sequel op How Bad Could It Be.
Het gevoel the odd one out te zijn is de rode draad doorheen Out of Place, maar komt het sterkst tot uiting in Nothing New, volgens Marie ‘het meest emotionele nummer van de plaat’. ‘“You made me think I was sick”, zingen we. Als je omgeving je voortdurend het gevoel geeft dat er iets mis met je is, begin je dat op den duur ook te geloven.’ Het is een lied over gepest worden om je geaardheid, en de bijbehorende onmacht en frustratie omdat je nooit iets hebt teruggezegd. ‘It drives me insane, how I never fought back’ gaan de lyrics.
‘In bijna alle nummers op het album uiten we dingen die we hadden willen zeggen in een bepaalde situatie, maar nooit durfden’, klinkt het. Op Out of Place geven Amber en Marie nare herinneringen een plaats en proberen ze hun leefwereld beter te begrijpen, in de hoop dat ze anderen kunnen helpen om hetzelfde te doen. Dat dat lijkt te lukken, blijkt niet alleen uit de uitverkochte shows en plaatsen in de charts maar ook uit de vele jongeren die na optredens komen vertellen hoezeer de muziek van Kids With Buns hen heeft geholpen toen ze het moeilijk hadden.“Het is fijn om te merken dat mensen die houvast vinden in wat we schreven,” aldus het duo. De puberteit en de periode die erop volgt, kunnen heftig zijn, ook al worden ze vaak geromantiseerd. ‘Met Out of Place willen we erkennen dat het soms gewoon kut is. En dat is oké.’