Arto Lindsay(US)
De carrière van Arto Lindsay is eigenlijk niet te vatten in enkele zinnen, maar we doen toch een poging. Al sinds de late jaren 70 zoekt hij de grenzen van de mainstraim en avant-garde muziek op. Hij begon zijn carrière met het baanbrekende noisetrio DNA, richtte wat later dance-pop groep Ambitious Lovers en de fake-jazzformatie The Lounge Lizards op en vervolgens ook het geweldige muzikantencollectief Golden Palominos. Begin jaren 90 ging hij voluit voor een carrière onder zijn eigen naam. Voor zijn invloeden moet je richting Brazilië. O.a. de stempel van geniale bossanovazanger João Gilberto is niet weg te denken uit het oeuvre van Arto Lindsay. Hij producete albums van Braziliaanse grootheden als Marisa Monte, Joao Gilberto, Gal Costa and Tom Zé en ontving ook tal van prijzen voor zijn bijdrages.
The New York Times omschreef zijn albums als “the finest Brazilian pop albums of the past dozen years”. Zijn langspelers zijn doorspekt met door samba en bossanova geïnspireerde songs die hij versmelt met rock en elektronica. Op meesterwerkje 'Mundo Civilizado' (1996) verenigde hij zijn popsongs zelfs (schijnbaar moeiteloos) met jungle en drum 'n bass. Op cultalbum Noon Chill toonde hij dan weer zijn zachte kant, met prachtsongs als 'Simply Are' en 'Ridiculously Deep'.
Arto Lindsay knutselt geregeld aan zijn songs met grootheden als Caetano Veloso, Amadeo Pace (Blonde Redhead), Brian Eno Marisa Monte of Vinícius Cantuária. De muzikanten waar hij mee samenspeelt zijn ook niet van de minsten. Topmuzikanten als Marc Ribot, Bill Frisell en Naná Vasconcelos verlenen hun diensten maar al te graag voor zijn catchy melodieën en latijnse subtiliteit. Ook op zijn laatste wapenfeit Encyclopedia Of Arto, mocht hij weer rekenen op bijdrages van artiesten als Brian Eno, Ryuichi Sakamoto en Dj Spooky. .