Destroyer(CA)
Dan Bejar richtte Destroyer op te Vancouver in 1995. Zijn eerste album, We'll Build Them a Golden Bridge, was een eclectische folkplaat die hem en zijn speciale zangstijl vaak aan Bowie lieten denken. In 1988 besloot Bejar het niet meer alleen te doen en nam een band mee in de studio. Het gevolg daarvan, City of Daughters, is een verzameling van catchy popsongs waarin Bejars stompzinnige teksten voor het erst pas echt tot hun recht komen. Toen Thief (2000) eraan kwam, was de line-up van Destroyer al omgevormd naar een kwintet. Het album lokte opnieuw vergelijkingen met Bowie uit en Bejar slaagde erin - op z'n eigenzinnige manier - om met zijn cryptische teksten een betoog tegen 'wat de muziekindustrie mist' te houden. Het jaar erna zag het vierde album, Streethawk: A Seduction, het levenslicht, gevolgd door This Night. In die laatste profileerde Bejar zich als een zagende, depressieve zanger.In 20 jaar tijd is Destroyer geëvolueerd van distorted electro naar wat Pitchfork omschrijft als "mature pop" en geniet de band van een behoorlijke cult-status. Vorig jaar verscheen Poison Season op Merge Records (Arcade Fire, Caribou, Lambchop), een album met invloeden van Prefab Sprout, Aztec Camera en The Blow Monkeys, maar ook invloeden uit Hunky Dory van David Bowie, zijn duidelijk hoorbaar (single 'Times Square'). Het 10de album van de band kreeg ***1/2 van Humo, bij Pitchfork eindigde het bij de 50 beste albums van dat jaar. Dan Bejar laat zich niet voor één gat vangen en verkent met ieder album een nieuwe sound. Met Kaputt, de succesplaat uit 2011, bereikte de band een nieuw en groter publiek met een toegankelijke 80's sound. Best New Music bij Pitchfork, ***** van The Guardian en Tiny Mix Tapes en ga zo maar door. Destroyer werd eindelijk naar waarde geschat, waar ze dankbaar op inspelen door het publiek telkens weer fijnzinnig weg te blazen tijdens hun optredens.