Kim Gordon
Sinds mede-oprichting van het invloedrijke Sonic Youth in het begin van de jaren 80, is Gordon altijd op het kruispunt gebleven van muziek, kunst en (recentelijk) boeken en film. Ze debuteerde op de eerste plaats van de NY Times Bestseller-lijst met haar memoires Girl In A Band uit 2015, acteerde onder regie van Gus Van Sant (in Don't Worry, He Won't Get Far On Foot uit 2018), bracht muziek uit en trad op als de helft van Body/Head naast Bill Nace, en opende meerdere solotentoonstellingen in internationaal gerenommeerde musea.
Haar debuutalbum No Home Record, uitgebracht in 2019, ontving brede kritieken, waaronder van The New York Times ("The art star queen of New York cool"), The Guardian ("brilliantly weds noise textures to pop dynamics"), Sunday Times ('Album Of The Week' "brutally good), Vogue ("immediate, loose, and liberated....as ferocious as she’s ever been"), Vanity Fair ("finds new ways to sound experimental") en Pitchfork ('Best New Music' "thrilling solo debut lives at the vanguard of sound and performance").
Ze debuteerde het album live met een volledige band op het BBC 6 Music Festival in Londen vóór het begin van de pandemie, en heeft recentelijk geselecteerde live data gespeeld op festivals zoals Riot Fest, Primavera en Corona Capital. Gordons output sinds No Home Record omvatte het kunstboek/visueel dagboek No Icon bij Rizzoli, een single met voormalig frontpersoon van Dinosaur Jr. J Mascis, een tentoonstelling van haar schilderijen bij de 303 kunstgalerij in New York, een opdracht voor The Museum im Bellpark in Kriens in samenwerking met kunstenaar Josephine Pryde, en een dans- en muziekpodiumoptreden met choreograaf Dimitri Shambles. Elders organiseerde Gordon een openbare verkoop van haar iconische garderobe, waarbij alle opbrengsten naar het Downtown Women's Center in Los Angeles gingen.