Ólöf Arnalds (IS)

Ólöf Arnalds (Reykjavik, 1980) is al van kindsbeen af bezig met muziek. Ze leerde viool spelen op haar achtste, en begon pas later in haar tienerjaren de "populaire" muziek te ontdekken. "Er was niet zozeer een Beatles versus Stonesdebat, dan Bach versus Bartók”, zegt Ólöf zelf in The Guardian.Ondanks haar enorme podiumvrees nam ze zanglessen. Door haar lerares ontdekte ze gaandeweg folkmuziek en hoe de stem daarbij gebruikt wordt als instrument. Ólöf begon naam te maken voor zichzelf in de ons-kent-ons-muziekwereld van Reykjavik als gitariste/violiste bij múm. Ze werkte ook geregeld samen met Slowblow, Mugison en Stórsveit Nix Noltes. Een carrière als singer-songwriter was dus onvermijdelijk, en begon met een samenwerking met componist Skúli Sverrisson op zijn gelauwerde album Seria (2006). Ólöf schreef teksten en zong op 3 nummers. Ze speelde ook gitaar-, viool- en charangopartijen in op de plaat. Haar solodebuut volgde snel. Við Og Við kwam uit op Reykjaviks 12 Tónar label in 2007 (en vervolgens internationaal op One Little Indian in 2009). Het won allerlei prijzen, zoals Best Alternative Album op de Iceland Music Awards. Ook werd het de Plaat van het Jaar bij de grootste krant van Ijsland, Morgunblaðið. In het buitenland werd het geprezen door o.a. The New York Times, Vanity Fair, NME en SPIN. MOJO onthaalde Ólöf als "Reykjavik's answer to Kate Bush". Ze oogstte veel succes in New York City met haar shows naast Björk, Dirty Projectors, Blonde Redhead en John Vanderslice.Opvolger Innudir Skinni (2010) bevat 3 songs met Engelse teksten, waaronder meeslepende single 'Surrender' (met guest vocals van Björk). Ólöfs tweede album kreeg al even enthousiaste reviews, onder andere bij MOJO, die haar "Iceland's next major musical export" noemden. In 2011 bracht Arnalds enkele van haar live covers van folkartiesten uit op de EP Ólöf Sings. Onder andere Bruce Springsteen ('I'm On Fire'), Neil Diamond ('Solitary Man'), Arthur Russell ('I Close My Eyes') en Caetano Veloso ('Maria Bethânia') kregen een stripped-down versie. "I love taking huge songs and narrowing them down to guitar and voice" vertelde ze tegen Dazed & Confused over het plaatje. Sudden Elevation is Ólöf Arnalds derde studioalbum en kwam uit in februari 2013. Dit keer ging Ólöf back to basics met 12 zelfgeschreven nummers in het Engels. Met een spaarzame productie, ontdaan van alle franje, springen de weelderige melodieën en fascinerende vertellingen er des te meer uit. De hoofdrol is opnieuw voor stem, gitaar en charango, aangevuld door koto harp, keyboards, strijkers en elektrische gitaar, allemaal ingespeeld door Ólöf. Ook zussen Klara en Dagný Arnalds maken hun opwachting. Klara zingt mee in duetten 'Bright and Still' en 'Numbers and Names', terwijl Dagný de pianopartij van 'Return Again' voor haar rekening neemt. Sudden Elevation doet bij momenten denken aan de kinderversjesfolk van Vashti Bunyan, de ballades van Bob Dylan en zelfs Van Morrison ten tijde van Astral Weeks ('Backyard'), maar dan met Arnalds' unieke geluid. “Arnalds is unlikely to be playing venues this intimate for too much longer”, orakelde The Guardian in 2011 al. Met de release van het onweerstaanbare Sudden Elevation zouden ze daar wel eens gelijk in kunnen hebben.